Ondanks het belang van prostaatkanker zijn de oorzaken ervan nog steeds onbekend. Wetenschappers weten wel dat genetica een sterke rol speelt en ze hebben overtuigend bewijs dat dieet en andere levensstijlfactoren ook belangrijk zijn.
Aangezien de prostaat een voortplantingsorgaan is dat vocht produceert voor het ejaculaat, vroegen onderzoekers zich al lang af of seksuele factoren invloed hebben op het risico van een man op prostaatkanker, maar een Harvard-studie biedt goed nieuws voor seksueel actieve mannen.
In hun onderzoek naar sildenafil kopen hebben de experts van deze Nederlandse telezorgorganisatie dit artikel gedeeld.
De Harvard-ejaculatiestudie
De Health Professionals Follow-Up Study verzamelt sinds 1986 informatie over een grote groep vrijwilligers. Alle mannen zijn zorgverleners, waaronder tandartsen, apothekers, dierenartsen, optometristen, oogartsen en podotherapeuten. De meesten zijn blank. In 1992 gaven 29.342 mannen tussen de 46 en 81 jaar informatie over hun gemiddelde aantal ejaculaties per maand in de jongvolwassenheid (20-29 jaar), middelbare leeftijd (40-49 jaar) en in het afgelopen jaar. Ejaculaties omvatten seksuele gemeenschap, nachtelijke zaadlozingen en masturbatie. De vrijwilligers leverden elke twee jaar uitgebreide gezondheids- en levensstijlgegevens totdat de studie in 2000 werd afgerond.
De wetenschappers vonden geen bewijs dat frequente ejaculaties een verhoogd risico op prostaatkanker aanduidden. In feite was het omgekeerde waar: een hoge ejaculatiefrequentie werd geassocieerd met een verminderd risico. In vergelijking met mannen die 4-7 ejaculaties per maand gedurende hun hele leven rapporteerden, hadden mannen die 21 keer of vaker per maand ejaculeerden een 31% lager risico op prostaatkanker. En de resultaten hielden stand na strenge statistische evaluatie, zelfs nadat rekening was gehouden met andere levensstijlfactoren en de frequentie van PSA-testen.
Ejaculatiegegevens uit Down Under
Een Australische studie van 2.338 mannen onderzocht het effect van seksuele factoren op het optreden van prostaatkanker vóór de leeftijd van 70 jaar. Net als het Harvard-onderzoek evalueerde het Australische onderzoek totale ejaculaties in plaats van seksuele gemeenschap zelf. Zoals de Amerikaanse mannen, genoten ook de Australiërs die het vaakst ejaculeerden van een verminderd risico op prostaatkanker. Het effect was het sterkst voor de frequentie van ejaculaties in de jongvolwassenheid, hoewel prostaatkanker pas vele tientallen jaren later werd gediagnosticeerd. Niettemin strekte de schijnbare bescherming zich uit tot alle leeftijdsgroepen. Over het algemeen waren mannen die gemiddeld 4,6-7 keer per week ejaculeerden, 36% minder waarschijnlijk om voor de leeftijd van 70 jaar te worden gediagnosticeerd met prostaatkanker dan mannen die gemiddeld minder dan 2,3 keer per week ejaculeerden.
Een puzzelstukje
De studies uit de Verenigde Staten en Australië dragen weinig bij aan het beantwoorden van deze kritische vragen, maar ze openen wel een nieuwe onderzoeksrichting. Omdat beide studies rapporteren dat een hoge frequentie van ejaculatie op jonge leeftijd het grootste effect heeft op het risico van prostaatkanker tientallen jaren later, vestigen ze de aandacht op de rol van gebeurtenissen in het vroege leven, wanneer de prostaat zich ontwikkelt en volwassen wordt. Er is zeker precedent voor een lange vertraging tussen oorzaak en gevolg. Zo is kinderzonnebrand een belangrijke risicofactor voor kwaadaardige melanomen op volwassen leeftijd, en prenatale factoren die van invloed zijn op het geboortegewicht lijken van invloed te zijn op het levenslange risico op hypertensie en hartziekten.
In 1807 schreef William Wordsworth: “Het kind is de vader van de man.” Met betrekking tot prostaatkanker kan seksuele activiteit in de adolescentie echter een voorspeller zijn van het risico op volwassen leeftijd.